van-p-naar-r.reismee.nl

Ontmoetingen, gezichten, namen...

Wat heet ontmoeting- ze is er!

Ontmoetingen is de rode draad in de verhalen van pelgrims, ook in die van adspirant pelgrims. Maar wat is het bijzondere van die ontmoetingen, als ze al bijzonder zijn? Ontmoetingen doen we immers iedere dag op, waar dan ook. Ik kon me er vooraf dan ook weinig bij voorstellen; toch kregen ze, naar mate het punt van vertrek naderde, steeds meer contouren, hoe vaag ook. De vele ontmoetingen met medepelgrims, ook als ze zich niet als zodanig beschouwen, voldoen aan dat vage beeld dat ik vooraf had: toevallig, herkenning, essentie, tijdelijk - het zijn de wezenlijke kenmerken . Je zoekt elkaar niet op, je treft elkaar toevallig- en het klikt, of niet, maar in mijn geval klikte het steeds- toevallig. Je herkent iets in elkaar: op weg zijn, niet klagen (motto!). En opvallend: pas na enkele dagen, soms helemaal niet, komt aan de orde wat voor werk iemand deed/doet: dat doet niet ter zake, waar het in ons dagelijks leven vaak de essentie lijkt te zijn, het is een van de eerste vragen: wat doe je? Nu niet. Ook niet altijd: waarom doe je dit? Dat blijkt wel uit de gesprekken, of niet. Pelgrimeren is meer dan van A naar B, of van P naar R lopen (zie een vorig verhaal). De vele ontmoetingen met Nederlanders, Belgen, Duitsers, Zwitsers, Australiërs - ze waren en zijn waardevol doordat je tijdens het gezamenlijk oplopen tot echte ontmoeting komt, terwijl er ook gelukkig triviale zaken aan de orde komen. Toch: velen vertrokken alleen, niet voor niets. Ook dat heeft met ontmoeting te maken- die met jezelf. Dat houdt in, en dat werd ook uitgesproken, dat je weer afscheid neemt naar een paar dagen. Afgelopen dagen kwam ik een Ndl, Duitse en Poolse tegen die ik al eerder had gezien. De Duitse vrouw moest vanaf zaterdag alleen verder: de twee anderen gingen terug, ik zou blijven in Piacenza en Bea ontmoeten: het viel haar zwaar. Ontmoeten is, cliché, ont-moeten: er moet niets - je kunt ook alleen lopen en elkaar later weer treffen als je dat wilt. Laat ik persoonlijk zijn: ik ken mezelf, dacht ik, en zag er wel wat tegen op: lukt me dat allemaal wel? Ik zeg nu: het is me gelukt, het behoort mede tot de ontmoeting met mezelf: ik heb waardevolle ontmoetingen gehad, en die blijven me bij.

Waar ben ik/ zijn we nu? In Piacenza , na een wat saai stuk door de Povlakte met veel asfalt.de Po heb ik via een veer overgestoken, met enkele anderen, en mijn naam ingeschreven in het grote pelgrimboek van de verman .

Vanaf nu zijn we met z'n tweeën, maar dat wil niet zeggen dat we geen anderen ontmoeten: andere tweetallen lieten mij ook toe in hun pelgrimage, dus...

Ik blijf mijn blog schrijven, met fouten want ik corrigeer niet- geen zin/discipline of wat ook. Ik schrijf verder als Bert- Bea zet wat op Facebook . Immers: mijn ervaringen behoeven ordening, schifting. We gaan over twee dagen de heuvels weer in, na een dag hier in Piacenza : alsof we geen acht weken elkaar niet zagen- zo vertrouwd.Wat heet ontmoeting.

Tot ik weet niet van waar

Salve

Na onweer komt.....

De mevrouw van het hotel had me al gewaarschuwd: de wolken zijn 'neri' (zwart), het wordt 'bruto' (slecht)- en dat werd het. Ik stond op punt van vertrek , toen het begon te hozen, donderen en bliksemen. Maar, zei ze geruststellend, é temporale! Kwartiertje later rugzak op en naar tochtgenoot Esther, en een uur later was het zweten van de warmte. Het zou symbolisch worden voor de rest van de dag wat mij betreft. Als gisteren gemeld: de Povlakte ( vandaag de Ticinovlakte, een voedingsrivier van de Po) is afwisselend en mooi. Helaas lukt het niet foto's te plaatsen, die hebben jullie nog tegoed. Soms waan ik me in Drenthe, Achterhoek of elders in Nederland. Prachtig. Het weer is goed, wordt warm maar niet heet en de afritspijpen kunnen er af- een mooie dag naar de mooie stad Pavia. Maar er gaat een vervelend gevoel mee over de boeking van het B&B. We, Esther ennik, hadden al eerder de ervaring dat je intuïtie als pelgrim je zelden bedriegt. Goed, we zien wel, nu is het mooi. Vlak voor Pavia nemen we definitief afscheid van elkaar- dat hoort erbij, afscheid nemen, zeker als je zoals wij alleen op pad bent gegaan. Ontmoetingen zijn waardevol, deze zeker, maar we gaan weer alleen verder, dat is goed en dat zeg ik hardop tegen mezelf.

In Pavia bij het onderkomen klopt mijn voorgevoel: vol, ondanks de boeking, maar of ik er rouwig om moet zijn? wat een zooitje!! Wat een louche bedoening! Even raak ik in paniek: wat nu, want ik had gehoord ( en ervaren) dat alles vol zit in P. Dan komt de rust over me: eerst Esther bellen of er plek is in het Ostello voor pelgrims. Nee, vol. Dan op zoek naar toeristeninfo, niet doelloos op zoek naar hotel, dat heeft geen zin. Bij het station is dat, en daar is een hotel. Toch maar even vragen: vol. Ik vraag of ze kan helpen, nou dat doet ze. Hotel na hotel wordt gebeld, maar alles vol vanwege een groot universitair congres. Buiten de stad dan, of ik dat goed vind. Ik heb geen keuze- en ja, en ik boek voor 2 nachten want ik wil P zien. Moet er wel met taxi heen- ik heb het nog niet geopperd of ze belt al. Twee minuten later staat de taxi er, ik gooi m'n rugzak achterin, komt een andere mevrouw van het hotel Nasr de chauffeur toe: ' hij moet naar hotel Riz !! Dit zijn de mensen die, zoals ik eerder schreef, licht verspreiden op het pelgrimspad, zonlicht na de donkere wolken. Als ik later, na douche en bier, het laat bezinken raak ik eens temeer ervan overtuigd dat we, ondanks onze doorgeschoten nadruk op het individu en zelf de regie willen hebben over van alles, ook van anderen afhankelijk zijn, wel heel veel zelfs. De voorbeelden van de afgelopen maanden gaan door me heen, het verhaal van de 36 rechtvaardigen komt weer boven. Zo voel ik het, en het is denk ik ook ten diepste de reden dat ik niet in paniek raakte. Veel gehoorde woorden van pelgrims zijn: het komt altijd weer goed.Wat klinkt dat oppervlakkig en clichématig - wat is het ontzettend waar! Dit is bovendien een voorbeeld hoe dit blog mij helpt mijn ervaringen te ordenen, te doordenken en te verwoorden.

Morgen Pavia- dan maar met de taxi erheen als er geen bus gaat, maar ik zál die stad níet verlaten met een frustratie!

Buone notte e per domani: buon giornata!

Het landschap verandert

Aan een tafeltje, achter m'n biertje, aan de rand van het dorp, wachtend op de prosciutto crudo con melone. Er valt me iets op, maar wat? Het kleine restaurant ligt aan een groot grasveld, links begrenst door als met een mes afgesneden rotsen, zo recht naar beneden. Kinderen rennen honderden meters achter elkaar aan en opeens weet ik het: dit heb ik weken lang niet gezien. Altijd was er wel een berg, glooiing, alp - maar zo'n grote vlakte als speelterrein- nee, lang niet gezien. Ja, sport- en bedrijventerreinen, maar zoals dit niet, een natuurlijke vlakte. De bergen aan weerszijden van het dal zetten hun vloeiend-dalende lijn voort, tot maaiveldniveau, dat zich nog aan mijn blikveld onttrekt, maar lang kan dat niet meer duren. Het landschap komt tot rust- zo voel ik dat. Net als bij al die kerken: je weet niet waar je kijken moet, zoveel is er te zien- en dan in een romaans kerkje, of de basiliek van Trier, komen je ogen tot rust; zo is dat hier ook en ik vind het heerlijk. De volgende dagen zijn er nog wat oprispingen, lastige klimmetjes in een verder afvlakkende route, maar ik weet: de Povlakte is in aantocht. Die volgens vele beschrijvingen van pelgrims vreselijke Povlakte, die sommigen dan maar per bus nemen: hitte, saaiheid, muggen, asfalt, eindeloosheid.

Door prachtige stadjes loop ik die klaarblijkelijke ellende tegemoet. Ivrea is een scharnierpunt: de bergen liggen echt achter me en ik zie ze op een gegeven moet helemaal niet meer.

Ik heb iets geboekt in een dorpje, buiten de bebouwde kom- en dat bevalt me eigenlijk niks: waarom niet gewoon erheen en kijken wat er aan onderkomens is? Vertrouwen is toch een basiselement van/voor een pelgrim? Plan nou niet alles van te voren. Ik geef mezelf de opdracht de komende dagen gewoon niet vooraf te boeken. Zo ga ik naar het Ostello in Santhià, ik meld me aan: 'hé, hoi' -klinkt achter me. De pelgrim van afgelopen zondag- zij maakte de etappes wat korter en zo haal ik haar in. Ze heet Esther - we drinken een biertje, eten gezamenlijk en hebben veel bij te praten. De komende dagen lopen we deels alleen, deels samen op door die 'vreselijke Povlakte'. Nou geldt nog steeds mijn motto, maar.... we vinden het echt mooi die Povlakte; het regent af en toe, is mistig, de gele kleur van de rijst komt minder goed uit, maar toch. Het landschap komt niet tot rust- het komt zelfs tot stilstand (zie foto's ). Op zondag leggen we 32 km af, en gezamenlijk is dat een stuk aangenamer dan alleen- de gesprekken worden persoonlijker, wat drijft je, wat zoek je in kerkjes als je niet godsdienstig bent, wat is voor jou pelgrimeren Er is bij verschil veel overeenkomst, beide moeten we een mooi kerkje in, en ook weer verder, terwijl we er wel een half uur zouden willen doorbrengen en kijken, stil zijn. Zo gaat dat- je ontmoet elkaar, praat en zwijgt met elkaar en laat elkaar weer los na enkele dagen- en dat is goed.

Op een gegeven moment draai ik me om: kijk eens, het Mont Blanc-massief! Zo ontzettend mooi- dat is ook de Povlakte. Ik ben zeer content met mijn besluit ooit, om pas in juni te vertrekken- dan ontloop je de hitte in augustus in de Povlakte en kunnen ervan genieten- wij tenminste. Het wordt ook weer wat warmer gelukkig, maar niet heet. Ik ben weer toe aan een rustdag: 90 km in drie dagen in een straf tempo voel ik wel. Komt bij dat de Italiaanse etenstijd ( half acht is vroeg) minder tijd tot ontspanning laat: soms tot 5 uur lopen, gebruikelijke 'programma' , half uur liggen, biertje, eten- en slapen. Soms niet de tijd te bekijken waar je bent, Vercelli bijvoorbeeld: mooie stad, maar de puf ontbreekt om er iets van te bekijken.

Vandaag in een stadje met daverende kermis(muziek). Een Belg met wie ik even wat drink vindt het vreselijk : wat een contrast, en hij heeft gelijk. Morgen naar Pavia, dan een rustdag en dan nog twee dagen - dan zijn de acht weken voorbij!

Tot de volgende keer: Salve!

Door het Aostadal

Rust. Ik ben neergestreken in Verrès, na twee schitterende tochten door het Aostadal, maar nu is het even op: geest en lijf hebben rust nodig. Ik mis teveel markeringen, ontdek het tijdig, maar toch ... ik wijt het aan puur geestelijke vermoeidheid, en het lijf heeft het nodig.

Vanaf Aosta liep ik op zondag met een Nederlandse vrouw door een mooi landschap, redelijk vlak met mooie vergezichten het dal in. Me af en toe omdraaiend ('kijk hoe mooi, en dat hebben we al afgelegd') zeg ik dat ik me nog steeds loop te verwonderen. Ze begrijpt het en kent het gevoel. Ze blijkt in de organisatie voor de ledendag van de vereniging te zitten: ' o, verwondering - dat is het thema voor de ledendag in november' . Verwondering, opper ik, heeft twee kanten: de omgeving en de mensen roepen het op, maar je moet je ook kúnnen verwonderen over .... en dat zijn echt twee verschillende kanten. Gelukkig kan ik dat laatste nog steeds .Goed, ikben dus in Verrès op een terras neergestreken. Het is geen bijzonder stadje, en daarom zo bijzonder -Italiaans. Een pleintje dat die naam niet eens verdient, 5 straten komen erop uit, twee terrassen, voor me druk pratende vrouwen,mooie typisch Italiaanse balkons, de Carabienieri die hun dienst onderbreken voor koffie, slordig gemonteerde en loshangende electriciteitsdradenen kastjes-, het zangerige Italiaans -Italië! Zeer inefficiënt georganiseerd maar toch functioneert het. Haaldat inefficiënte en chaotische eraf en de ' sjeu' is er ook af.Ho ho ho Bert- nu romantiseer je teveel, hoor ik jullie denken. Klopt- binnenkort erger ik me te barsten over de chaos, het niet kunnen organiseren- maar daar heb ik nu even geen boodschap aan, zien we dan wel.

Ik dool heerlijk door Verr?s, straatje in, steegje door- de kerk (een groot oud kloostercompex) door ..... en ik zie opeens een verband: de structuur van een Italiaanse stad, van een Italiaanse oude kerk en die van de aloude chr geloofsdogma's hebben alles met elkaar te maken. Pardon?? Ja, neem zo'n stad of stadje, met Perugia als onovertroffen voorbeeld: steegjes en straatjes op en onder elkaar, dit loopt dood - nee, toch niet; waar komt dit nu weer uit? Geen idee- gewoon doen en zokom je van het ene uitzicht in een andere donkere krocht van de stad - allemaal onverwachte verbanden, ook hier in Verres, zij het in mindere mate. Een Italiaanse kerk kent dezelfde structuur: poortjes, deurtjes, gangetjes, raampjes, trappetjes .... net als in de stad: 'geheimnisvoll' als ik het Duits even mag lenen, want geheimzinnig heeft teveel negatieve bijbetekenissen. De structuur nu van de oude geloofswaarheden is exact dezelfde: ze drukken een geheim uit- zeker, later is dat gestold of bevroren tot vaste formules, maar ik heb het over toen. Voorbeelden gaan te ver nu- hooguit 1: de drieéenheid is geen slechte wiskunde maar wat anders. Stad, kerk en geloof- ze ontspruiten in hun bouw aan hetzelfde denken hier, ook met de chaos erbij - dat noemen we cultuur. Helaas zijn 'wij' protestanten wat rechtlijnige, maar we doen aan een inhaalslag. Zo loop ik ontzettend te genieten door dit kleine leuke stadje, al associërend en toch heb ik een rustdag.

Morgen verder, ik zie de lijnen van de bergen al langzaam dalen- nog twee etappes en ik heb ze achter me. Ik schreef in een eerder verhaal over de rare capriolen van de menselijke geest. Wel, ik verbaas me over me zelf. Wie me een beetje kent weet dat ik van structuur, vaste herkenbare patronen houd; die weet ook hoe ik van de bergen houd, zomers of 's winters maakt niet uit. En nu? Ik geniet ontzettend (zie boven) maar zie uit naar een volgende fase en volgend landschap - de Povlakte, hoe dat ook uitpakt. Verwondering: ik laat het bekende en geliefde bergland achter me en duik de povlakte in, ast toch allemaal niet bij me? Capriolen van mijn geest, maar zonder die had ik het waarschijnlijk ook niet gered . Maar gaat er dan nooit iets mis, baal je nou nooit, denkt iemand wellicht. Nou, ik merk dat kleine tegenslagen meer indruk maken dan voorheen, alsof ik geestelijk kwetsbaarder word. Het is niks, me verlopen, een boeking die niet goed gaat, niet kunnen warm eten ( o, toch wel!) - het is lastiger te verwerken . Oorzaak: lang op pad? De St Bernhard als 'waterscheiding' ( het zwaarste heb je gehad- onzin) ? Uitzien naar komst van Bea, nog 10 dagen? Vermoeidheid? Zeg het maar.

Mede daarom rust ik op tijd en plan de volgende rustdag in Pavia ook al- no, Pavìa, corrigeerde een Italiaanse me. Wat toch een mooie taal- en ik kom er al redelijk in. Ik ben trots op mezelf bij elke kleine zin die me lukt. Italianen vinden het prachtig als ik uitleg waarom ik naar woorden vraag: ik wil jullie taal leren en begrijpen .Zojuist moest ik het schrijven aan dit verhaal onderbreken om even te tolken tussen de receptie van het hotel en een Australiër - want dat is me ook opgevallen: twee groepen vertikken het om ook maar te proberen een andere taal te spreken: dat zijn Franstaligen en Engelstaligen. Ze vertikken iedere poging domweg! Een Zwitserse Franstalige ( sprak heel goed Engels) sprak er schande van in niet mis te verstane woorden. Identiteit in de negatieve vorm als beton!

Goed- tot zover. O ja, foto's plaatsen lukt niet of zeer moeizaam door slecht internet denk ik. Ik blijf het proberen.

Met de regionale groet: Salve!



Una giornata particolare

Eindelijk, vanaf de andere kant van de weer-, taal- en culturele scheiding die de Grote St. Bernhard is, weer een teken van leven- dankzij een goede internetverbinding. Het gaat nog steeds goed, ik verbaas me er zelfs over dat 2000 m stijgen en weer dalen mijn knieën en rug probleemloos hebben doorstaan. De driedaagse naar boven, drie etappes van ongeveer 15 km per dag, zit er op. Beschrijven hoe mooi het is/ was kan ik niet, daar moet je dichter voor zijn. De talige vermogens schieten me hier tekort. Het was zwaar, vanaf 470 m naar 2470, soms een lastig en niet ongevaarlijk pad, maar door de relatief korte tochten (5 á 6 uur) is er voldoende tijd om te rusten en van de schoonheid te genieten - mede door het weer. Alsof ik het gebied voor het eerst zie -zo heb ik door het landschap gelopen. Behalve donderdag, de zwaarste dag met 900 m stijging. Een weersomslag gooide roet in het eten. Het was aangkondigd, ik had me voorbereid ( schoenen ingevet, poncho alleen over de rugzak gekregen) - en zo ging ik op pad. Regen hoort erbij, jammer dat er niets te zien valt vanwege de wolken- maar niet zeuren. Ongeveer anderhalf uur onder de top echter gingen de sluizen open. Ook dat gaat nog, maar de waterstromen die over het pad naar beneden komen maken het lopen wel erg lastig: binnen de kortste keren is alles nat; het enige dat je doet is zoeken naar stenen voor houvast, want modder geeft dat niet recht de berg op bij dit weer. Rusten en eten pakken gaat niet want je hele rugzak wordt van binnen nat- wankelend kom ik boven, uitgeput, wel met een schreeuw van blijdschap en toch weer emotie: een bijzondere dag, dat ben ik me goed bewust. En nog altijd vind ik het lastig dat te doorgronden, maar de emotie is er .

Met hete thee worden we ontvangen, nat spul in de droogruimte, even snel droge kleren aan want anders krijg je het koud- de vrijwilligers weten het precies en ik volg gedwee. Ik heb een boekingsfout gemaakt - maar met wat humor en een glimlach (ach meneer, dat gebeurt als je pelgrim bent) wordt het opgelost. Maar mijn stemming is onder nul: domme fout, morgen hetzelfde weer, naar beneden gevaarlijker dan naar boven, schoenen nog nat, gevaar van blaren.. Een Duits echtpaar is nuchter: we nemen de weg, iets langer, maar minder link. Hè ja, waarom niet. En ik weet: het pad kruist de weg, dus .... Lang twijfel ik de volgende dag: wolken, geen zicht, lichte regen- toch maar de weg. Ik ben nog niet in Italië (250 m vanaf de top) - of heel licht schijnt de zon, de bergen komen in zicht, een regenboog geprojecteerd op een berg.....Ik draai me om, de top van de SB is een grote grijze massa: goed besluit Bert! Het beetje regen deert me niet en ... wat ik vermoedde gebeurt: een pad naar een dorp waar ik de route, de Via Francigena, weer kan oppakken kruist de weg. Ik hoef niet na te denken, het is droog, zon krijgt kracht - ik ga de weg af. Het ontbrekende zicht van gisteren wordt ruimschoots goed gemaakt. Regenjas uit, appje aan Bea ( ter terusttelling). - mijn stemming stijgt per dalende meter! Ik ben in het mooie en merkwaardige Italië- eindelijk. Natte voeten? Oh, ja, dat is ook zo. Wederom: het is hier zo letterlijk onbeschrijflijk mooi! In Saint Rémy neem ik koffie: twee koppen twee euro. Van andere orde dan Zwitserland. Weer een cultuurwisseling dus, toch weer even omschakelen.

's Avonds word ik door Zwitsers, met wie ik al bijna een week oploop, aan tafel genood - en het is reuze gezellig, met dat zangerige, mooie en bijna onbegrijpelijke Schwytserduutsch - dat zangerige nemen ze mee naar het Hoogduits- en het thema identiteit komt bijna automatisch aan de orde (zal ik niet weer op ingaan- maar alles wat ik erover schreef komt zo aan de orde, zonder dat ik iets hoef te benoemen). Goed, een kleinigheidje dan: sinds Fr Zwitserland duurt bediening langer, word ik vaker vergeten, komt een bestelling niet door. Andere cultuur -kort door de bocht,ik weet het- maar het valt me op.

Vandaag naar Aosta. Ik was kwijt hoe leuk die stad is, niks bijzonders, maar ik vind het prachtig, kan lekker slenteren. Maar ik moet wennen aande taal. Heb net het Frans wat opgehaald, nu stotter ik wat bij elkaar in het Italiaans. Ik ben soms net een talenwonder: begin in Italiaans,dan twee woorden Frans en eindig in Duits of Engels - of andere volgorde. Dat lukt me overigens alleen als ik erg moe ben. Een teken dat ik een rustdag nodig heb- maandag.

Vandaag kwam opeens een gedachte op, die veel pelgrims bezig houdt: loslaten. En ik stelde vast: dat is bij mij nooit een thema geweest. Wat moet ik loslaten? Ja, mijn vertrouwde omgeving- maar dat wist ik. De mensen daarin dan: ja, maar ik denk regelmatig aan ze, deze en gene komen boven, hoe zou het ze vergaan met ....Natuurlijk, laat ik eerlijk zijn: het feit dat het Bea goed gaat, met de velen om haar heen, maakt het gemakkelijk thuis wat los te laten - maar wat heet loslaten op dat punt: dat wil en kan ik niet eens. Eigenlijk kom ik tot de conclusie: loslaten is voor mij niet zozeer een thema, behalve dat ik een karaktertrekje heb thuis gelaten: leeuwen en beren op de weg zien. Al snel kreeg ik voor elkaar dat niet te doen: eerst Pieterpad, dan Eifelsteig, .....de Alpen, de St Bernhard- ze waren pas aan de orde toen ze zich aandienden- 10 dage terug,resp. afgelopen dinsdag. Hetzelfde geldt voor de Povlakte- nog niet aan de orde.Dat is voor mij loslaten en het verheugt me dat ik dat kan. De zaken die me bezig hielden thuis- af en toe komt het boven. Projecten en plannen genoeg (boek afronden, vertaalplannen, vrijwilligerswerk weer oppakken) - hoef ik niet los te laten, het meldt zich gewoon en ik denk: o, ja, dat gaan we weer doen vanaf november- nu maar weer verder stappen- met verwondering, nog steeds. Nog zo'n vier etappes - dan heb ik de bergen achter me. Weer een afscheid, maar een afscheid dat nader brengt: Piacenza! Daar zijn we weer met z'n tweeën.

Ciao.



Van kleine dingen in het voortgaan

Eigenlijk had ik al wat twijfels over de keuze, maar ik zal me wel vergissen dacht ik. Nee dus -ver buiten het centrum van Aigle, geen ontbijt vanmorgen, en mijn onderkomen was een soort oud zeeroversschip (foto)volgestouwd met oude troep, waar je letterlijk je kont niet kon keren. En, echt waar, op een bedrijventerrein, binnen 250 m van de snelweg. Maar ja, de mens wil 'beleven' nietwaar,als zeerover, of Pipo ( zo'n wagen kon ook). De moderne belevingsindustrie in z'ndoorgeslagen banale vorm.

Vanmorgen vanuit Aigle (en de bakker en koffie) verder- door prachtige wijnvelden en een kasteel. Kort daarvoor kom ik langs een oud Romaans kerkje- er klinkt orgelmuziek. Ik word naar binnen gezògen. Er is nog niemand- de Schrift opengeslagen naar de gemeente. Als de organiste, ik kan haar zien, haar stuk beëindigt vraag ik haar in een opwelling in het Frans of ze voor mij een koraal van Bach wil spelen- bien sure, pas problème. Ze neemt er de tijd voor, ik ken het koraal, mooie uitkomende stem, maar kan het niet benoemen. Er gebeurt iets met me, wat - is niet uit te leggen. Ik denk aan de woorden van Arie een tijdje terug: het geheim van het leven moet je niet uitleggen, je kunt het alleen mooier maken- zoiets. De oude belevings'industrie' is voor mij echt van een andere orde - in dubbel opzicht. Mijn dag is nu al weer goed en ik bedank mevrouw uitgebreid. Kleinigheden dus - in het voort- en voorbijgaan opgedaan.

Voortgaan: gisteren even gesjoemeld: met de boot van Vevey naar Villeneuve. Had ik me bij het uitzetten van de reis al voorgenomen, en zo geschiedde. Mooi, langs huizen, kastelenmet laat ik zeggen: grandeur- nu wat weggedrukt door het toerisme, waar ikdan ook even deel van uitmaak. Maar daarna weer pelgrim:sinds gisteren loop ik op de Via Francigena (de weg der Franken) : een route uit de 10e eeuw. Op een of andere wijze vindik dat memorabel, nu ga ik echt een weg die naar Rome leidt. Onzin, ik weet het, weer zo'n typisch pelgrims-kleinigheidje.

Andere kleinigheden zijn wat groter. Wat nu volgt is een soort column, als een blog al niet op zichzelf een verzameling columns is. Veel kleinigheden vallen me al lang op (over een tijdje wijd ik er weer een verhaal aan, over iets anders, maar het moet nog bezinken). Al lang, jaren lang, valt mij iets op tijdens stedentrips: veel Europese steden staan 'vol' met standbeelden, verwijzend naar helden, gebeurtenissen, dragende verhalen uit het verleden. In Boedapest stond ik met verbazing op het Heldenplein: wel 20 beelden van mannen (ja, ik weet het!) uit het glorieuze verleden van het land. In Portugal kwamen we een paar keer, ik meen ene Hernandez, tegen. Een belangrijk verhaal uit de Portugese geschiedenis is met hem verbonden. Solothurn vorige week riep dit allemaal weer op: 4 of 5 kleurrijke beelden verspreid over de stad, verwijzend naar een kenmerkend verhaal uit de geschiedenis van stad of kanton (zeg maar een soort Wilhelm Tell). Het trof me, zoals die andere voorbeelden: waarom hebben wij dat niet? Waar is ons verleden in het publieke domein? Het zegt veel over, en daar gaat het me om, de identiteit van een gemeenschap: dorp, stad, kanton/provincie, land. Overal hier zie je landelijke of kantonale vlaggen. Ik weet het, zoiets kan licht ontsporen, maar het duidt op iets dat ik voortdurend tegenkom: gevoel van identiteit. Het Duits heeft een mooi werkwoord hiervoor: zich met het verleden ' auseinandersetzen'. Daar zit iets in van 'het kost moeite, is een gevecht en confronteert ons met iets dat niet per se fraai is'. Dan moet die confrontatie wel mogelijk zijn. Zo moeten decoerlelijke beelden van Marx enLenin op Alexanderplatz in Berlijn blijven staan (ik weet eigenlijk niet of ze weg zijn) -echt een Auseinandersetzung! Wij ontkennenliever, kijken weg, met als duidelijk voorbeeld Indonesië, maar er zijn er meer. Dld doet dat andersmet het Joods-historisch museum in Berlijn- indrukwekkend, confronterend: je moet je er wel mee 'auseinandersetzen'. Waarom doen wij zo krampachtig met ons verleden? Zei van Randwijk niet: wie het verleden ontkent, wordt gedwongen het te herhalen? ( of was het een ander). Waar zijn wij bang voor? voor identiteit - want dat roept rare beelden op. Tijdens mijn tocht merk ik voortdurend hoe die verbondenheid met taal, cultuur, verleden (ten goede en ten kwade) voor mensen belangrijk is. Het vormt hen, geeft gevoel van ergens bij horen: dat zijn wij. Wie zijn wij Nederlanders ? De vraag van de verkiezingen afgelopen maart. Rare vraag, veel betekenende vraag. Ik doe een voorspelling: over een paar jaar komt er een pleidooi het volkslied Piet Hein af te schaffen vanwege zijn ......( vul maar in). Identiteit dus als iets noodzakelijks, net als bij een mens- op dat punt kunnen we veel leren van buitenlanden.

Nog zoiets: over de vele buitenlanders hier had ik het al. Vanavond sprak ik met een mevrouw uit Genève (gelukkig kon ze Duits). Ze vertelde dat in haar stad 62 talen wordt gesproken en in Bern en Lausanne iets minder. Voor mij een 'confronterend' gegeven: laat ik nou altijd gedacht hebben dat ze hier zo in zichzelf gekeerd zijn! Nou...., dat valt wel mee! Overal zijn mensen met allochtone achtergrond in de horeca werkzaam, echt veel meer dan bij ons. Een lesje voor mij - het beeld moet bijgesteld.

Morgen nog een makkie dan de berg op. Tot vanuit de andere kant.

Bonsoiree



Over grote Alpen en kleine dingen

Eigenlijk zou ik elke dag een verhaal kunnen schrijven- niet dat ik zoveel groots en meeslepends beleef, juist niet. Juist de kleine onooglijke dingen vallen me op en zetten aan tot associaties. Ik kwam enige maanden terug een mooie tegeltjeswijsheid tegen: de belangrijkste dingen in het leven zijn geen dingen! Hier ervaar ik hoe waar dat is, en voor anderen wellicht niet meer dan een cliché. Neem nou vanmorgen. Van Mounod naar Vevey aan het meer van Genéve. Het onweer van gisteren laat z'n zware vochtflarden nog na, en pas langzaam brandt de zon ze weg. Vaag zie ik opeens de hoge alptoppen - eindelijk, maar ze zijn meteen weer gehuld in wolkflarden. Maar de zon is niet tegen te houden en ze komen steeds scherper terug. Prachtig- wat een mooi begin van de dag, en dat gevoegd bij het feit dat de route die ik gisteravond bedacht als alternatief voor de slechte route die Pocket Earth voorstelt exact dezelfde te zijn die als wandeling is uitgezet. 1-0 voor mij. En dan in een dorpje, bij een oud pand met vervaagde letters boulanger, en een bord: ouvert,- hier is koffie. Ik moet bellen want ouvert is fermé. Mevrouw schiet haastig wat aan, opent, zet een tafeltje buiten en koffie (oude stijlfiguur). Haar winkel is zoal een oude kruidenierszaak moet zijn, en in mijn verbeelding plaats ik mijn schoonvader er in. Op de fiets? Nee, ik wijsvop mij rugzak. A pied? Oui. Waarheen? Rome. Ze valt om van verbazing en vraagt steeds weer: toute a pied? En alleen? Vraagt ze met een ondertoon. Ze is pas gerustgesteld als ik weet uit te leggen dat Bea vanaf Milaan bij mij komt etc. Apetrots ben ik dat me dat lukt in het Frans; mijn dag kan door deze mevrouw en het prachtige weerbeeld niet meer stuk: de belangrijkste dingen....

Een ander klein ding geeft mijn geestelijke bezigheid aan: associërend. Ik kom vele prachtige oude Romaanse kerken en kerkjes tegen - velen Eglises Reformées. Te verwachten, zo dichtbij Genéve ; goed, ze zijn gepikt, maar dat is dan maar even zo. Een blik is voldoende om te zien of een kerk katholiek is of reformée. De laatsten zijn sober- echt Reformée, passend bij het gereformeerde leven, wat velen van jullie zullen beamen van vroeger. Op de plek van het altaar is bij de laatsten niets, of een kruis, maar dan zonder corpus, want sober- de catholica is wat concreter, sensueler, alle zintuigen doen mee. Opeens valt me iets op in de St. Etienne in Mounod- ik had het al eerder gezien, maar er geen aandacht aan besteed; een futiliteit, maar met gigantische cultureel-historische gevolgen. (Sta mij toe even zo' uitstapje te maken, en een inkijkje in mijn associaties) In die evangelische kerken ligt de Schrift ( meestal een eeuwenoud exemplaar) opengeslagen naar de gemeente/ bezoeker. In een RK-kerk naar het koor, de priester dus. Opeens zie ik de verbanden! De reformatie vertaalde de Schrift in de volkstaal- men kon nu horen, of als men kon lezen zelf lezen wat er stond- i.p.v dat onbegrijpelijke Latijn, dat hocus pocus Pilatus pas - ja, rechtstreeks maar verbasterd uit de Latijnse mis overgenomen. Niemand die het snapte. Het begrijpen was voorbehouden aan de priester e.a. Nu, na Luther e.a, werd dat anders: men kon zelf lezen, horen en... denken over wat er stond, of het er wel zo stond als gezegd werd. In de Filosofie, de ideeëngeschiedenis vooral, is gezien dat hier de wortels van het moderne zelf denkende individu liggen -NB in de Chr traditie, voor vele ex- en antigelovigen een nauwelijks te verteren iets: maar onze moderniteit wortelt daar, ook het humanisme: een denken binnen de Chr traditie. In dat kleine beeld van die opengeslagen Schrift komt dus veel mee. Goed - voor velen oninteressant wellicht, ik zie dat en dan gaat er van alles 'lopen' in mijn hoofd. Want de belangrijkstedingen in het leven ...

Zo'n tocht roept veel op, dus. Ook nog steeds het gevoel van ongeloof: vanmiddag sla ik de blik op en opeens ... het meer van Genéve, met de grote alpenketen er omheen. Ik blijf staan en zeg twee keer hardop: van Peize naar het meer van Genéve, te voet- hoe kan dat??!Hoe kan dat?? Ik bevat het niet, het valt buiten mijn voorstellingsvermogen, terwijl ik het gedaan heb. Ik kijk op de kaart in mijn telefoon: daar ligt Groningen, hier .... onvoorstelbaar! Geen gevoel van trots, maar van.....verwondering. Ik ben ook wel blij dat ik daartoe in staat ben, verwondering. Misschien ook dat daarom die kleine dingen zo' n indruk maken.

Er is veel meer te vertellen- de kleine dingen die de identiteit van mensen, dorpen, gemeenschappen aangeven. Ik dacht afgelopen dagen: verplicht politici, zeker Brusselaars, eerst alleen een voettocht door Europa te maken, met rugzak en beperkt budget. Hun beleid zou er wel bij varen.

A bientot


Van Danke via Dankche naar Merci

Ik ga afscheid nemen- afscheid van de duits-talige cultuur. Morgen nog een overgangsdag, Murten is 'zwiesprachig' , daarna is het afgelopen en gaat het in het Frans en later het Italiaans.

De rustdag in Kloster Beinwil heeft me weer goed gedaan en dat is nodig, want er staan me 2 zware etappes te wachten: naar 1200 resp. 1300 meter- een goede oefening voor de St. Bernhard. Zaterdag vragen twee Zwitserse vrouwen, ook gast in het klooster, of ze met me mee mogen, want ze hebben begrepen dat ik pelgrim ben. Ik ben verbaasd: ik zou degene moeten zijn die dat vraagt, maar ik zeg grif ja- ze zijn ervaren, kennen de streek en ik voel me wat zekerder.  ' Wir nehmen dich in die Mitte', zegt Ursula en ze herhaalt dat later een paar keer.Ik heb een geweldige dag met Brigitte en Ursula- ze praten honderduit, hebben een simpel principe bij een splitsing: we moeten naar boven, naar de graat. Gevolg: onze route is wat zwaarder dan die van een stel mannen die we boven treffen. Beide dames vinden het prachtig met mij, ze vertellen dat ze een Holländer bij zich hebben die etcetera . Ik heb het niet door, het gaat in hun taal, maar de mannen wensen me een goede tocht naar Rome. Hoe weten ze dat?? Dikke grijns- ze zijn trots dat ze mee mogen. We delen, zoals dat gaat onderweg, ook persoonlijke zaken- dat is bijzonder: juist omdat je elkaar niet weer ziet, maakt dat je open. We hebben gemeen dat we op vergelijkbare wijze in het leven staan, zo blijkt. Dit soort ontmoetingen, net als de eerdere, blijven me verbazen en verheugen. Ik wist het van anderen, maar nu het mezelf gebeurt....We lopen een prachtige tocht, zie foto's. Ze geven me ook nog een tip mee: neem morgen naar beneden van 1300 m naar 600 de Bahn, de afdaling is een 'killer' voor je knieën . Ik volg hun raad grif op. De tocht naar boven gaat recht tegen de hoogtelijn op om zo te zeggen en waar staat dat je als pelgrim alleen moet afzien? Nou dan. Laat ik het een katholieke manier van omgang met de 'regels' noemen, en als gerefo maak ik er dankbaar gebruik van.

Vandaag een mooie tocht door het dal. Geen bos, veel pittoreske dorpjes met traditionele bouw, basisscholen ( ze zijn al begonnen) steevast in mooie statige panden gevestigd, de kinderen spelen buiten, lopen me bijna omver.. ik geniet. Zoals ik gisteren van de mooiste barockstad van Zwitserland heb genoten, lekker dolen: links, rechts , weer links... o nee, ben ik al geweest.. fantastisch. Het roept ook een thema op, dat me al jaren bezig houdt .. maar dat komt de volgende keer.

Eigenlijk, zo voor de overgang naar de Romaanse cultuur, is Zwitserland een interessant land. Brigitte en Ursula beaamden het: vier culturen, taal-culturen om zo te zeggen, die elkaar veelal niet verstaan, vaak niet eens kennen, maar het gaat goed: ' denn wir sind alle Schweizer'. Er zijn geen fundamentele onoverkomelijke conflicten als in België. Typisch een voorbeeld van: zo doen we dit al eeuwen, het is in onze culturele genen gaan zitten. Bijzonder- wat je verder ook van dit land vindt. Want, laat ik wel zijn: in Dld en Ndl had ik voortdurend het gevoel dat in een onderkomen of restaurant men het de gasten naar de zin wilde maken. Misschien doe ik de Zwitsers tekort, maar hier heb ik toch meer het gevoel dat men zoveel mogelijk geld uit de gasten wil persen. Het is moeilijk er de vinger op te leggen, maar het gevoel is er.

Overgang dus van de Duitse cultuur naar de Franse - en er ís een verschil, zoals beide zegsvrouwen me verzekeren. Ik ga het ervaren en kijk eigenlijk wel uit naar die andere cultuur, die zich ook al aandient: ik hoor meer Italiaans, de keuken is Italiaanser, verfijnder- wel logisch met een redelijk grote Italiaanse minderheid in het land. Ook het Frans sluipt er langzaam in. Mooi dus van zo' n plaatsje als Murten, tweetalig -een soort 'taalpolderen' eigenlijk. Stof dus tot kijken, denken, simpele (?) conclusies  -tot het thema identiteit, dat me de afgelopen jaren bezig houdt. Het is in ieder geval zo dat jullie geen Duits meer lezen in het blog, maar krakkemikkig Frans en Italiaans.

Voor nu eindig ik met een locale groet. Enige 'gebruiksregels' vooraf zijn nodig voor de couleur locale: de 'ei' is uit te spreken als Nederlands 'ij' en men dient het eigenlijk te zingen, verend te zingen, het in ieder geval zo te horen, want men zingt a.h.w elkaar hier toe:

Grüesse miteinand' !